Wout Boer: voorzitter achter het schaakbord

 

 

Het AD zet het succes van Sliedrecht in de schijnwerpers aan de hand van een verhaal met de schakende voorzitter Wout Boer.

Mooie schaak PR:

 

In de meeste sporten zal het niet vaak voorkomen dat de voorzitter van een club ook in het eerste team speelt. In de schaakwereld is Wout Boer – preses van de in de landelijke derde klasse teruggekeerde Schaakvereniging Sliedrecht – echter geen uitzondering.

 

 

Gaby Bouwman, SLIEDRECHT


Wout Boer noemt zichzelf een counter-schaker. ,,Ik speel het liefst met zwart. Laat de tegenstander eerst maar een tijdje beuken, dan sla ik later wel toe.’’

Afgelopen weekeinde werkte de tactiek. Boer scoorde een vol punt in de eerste competitie-wedstrijd tegen Terneuzen, nota bene één van de titelfavorieten. Sliedrecht won, een aardige binnenkomer bij de terugkeer in de nationale competitie. ,,Dan moet de spanning er daarna wel even af. Even een biertje drinken met z’n allen,’’ geeft Boer aan.


Wout Boer (foto Mark van Hulst)

 


Stimulans

Terneuzen bracht een team op de been dat qua gemiddelde rating zeker een punt of honderd sterker was dan Sliedrecht. Ook in het schaken is een ploeg soms echter sterker dan de som der delen. ,,Er bestaat wel degelijk zoiets als een teamgevoel, ook al speel je individueel je partij. Je kent elkaars kwaliteiten. Als iemand bijvoorbeeld in een toreneindspel een pion achter staat, weet je dat hij dat toch wel redt. Dat geeft vertrouwen. Tegen Terneuzen stonden we snel met 2-0 voor en later werd het 3-1. Dan lonkt het gelijkspel al, een uitslag waar we zeker tevreden mee waren geweest. Dat was voor de anderen ook een stimulans om daarvoor te gaan. Dat we daarna met een halfje nog de winst pakken, was helemaal mooi. We hebben een aantal spelers dat ook van mensen met een hogere rating kan winnen, dat is wel gebleken.’’

Boer is blij met de terugkeer van SV Sliedrecht in de landelijke derde klasse. De baggerdorpers speelden al eens zeven jaar op dat niveau, maar na de degradatie naar de Rotterdamse Schaakbond duurde het lang voor de club terug was.

 

Wout Boer, voorzitter Sv Sliedrecht

 

,,Dat heeft heel veel inspanning gekost. Landelijk spelen heeft toch een bepaalde aantrekkingskracht. We hebben er nu een speler uit Castricum bij, die in Papendrecht is komen wonen. Als we niet landelijk spelen, komt hij misschien niet naar Sliedrecht. Het geeft iets extra’s, ook al timmeren we regionaal al aardig aan de weg. We organiseren het kampioenschap van de Drechtsteden, hebben een behoorlijke jeugdopleiding en het boek ’De Leeuw’ van Jerry van Rekom en Leo Jansen heeft onze club heel wat publiciteit gegeven. Binnenkort komt er weer een Engelse vertaling aan. (Een compleet nieuwe bewerking!, tvb)

De spelers van Terneuzen kwamen zaterdag ook binnen met de mededeling dat ze ’De Leeuw’ allemaal goed gelezen hadden. Zij verwachtten dat wij in Sliedrecht allemaal die opening spelen, haha. Dat is dus niet zo, maar het geeft wel aan dat het boek ons aardig op de kaart heeft gezet.’’


Tweede klasse

De wijkteamchef bij de Rotterdamse politie is 52 jaar, maar het schaken verveelt hem nog geen moment. ,,Dat is net zoiets als voetbal kijken, daar krijg ik ook nooit genoeg van,’’ lacht Boer. ,,Een buurman heeft het me ooit geleerd. Hij zat met een gebroken been thuis en vond het wel leuk om met het buurjongetje te schaken, tegen de verveling.

 

Wout Boer als trotse winnaar van het Open Kampioenschap van de Drechtsteden 2007

foto Mark van Hulst

 

Later ben ik op de Da Costa-mavo in het schoolschaken terecht gekomen en nu dus al heel wat jaren bij Schaak-vereniging Sliedrecht. De competitiesfeer, het meten van je krachten met anderen, dat blijft trekken. Nee, ik ben zeker niet de enige voorzitter die zelf speelt. Ze zitten misschien niet allemaal in een eerste team, maar ik denk dat ze allemaal wel actief schaken. Het zou mooi zijn om ooit nog een keer naar de tweede klasse te gaan, als de jongens uit de jeugd zich doorontwikkelen. Maar voorlopig zijn we in de derde klasse al blij met handhaven. Wij zijn de underdog. Maar we spelen als clubje uit een klein dorp toch mooi net zo hoog als de club uit een grote stad als Dordrecht.’’