Rotterdam Zwartjanstraat
Mijn herinneringen aan het laatste oorlogsjaar
|
Terug in Rotterdam
Wegens de bombardementen op Rotterdam – niet alleen op 14 mei 1940 –
probeerden mijn ouders buiten Rotterdam onderdak te vinden. Dat lukte in Barneveld
waar ik een gouden tijd had op een boerderij, waar wij fantastisch
ontvangen werden. Ik heb daar een heel mooie tijd gehad. Die duurde
ongeveer 2½ jaar
Op 10 maart 1944 kwamen wij in Rotterdam terug. Die dag was er
dertien keer luchtalarm. Dat waren we niet gewend.
Ik ben in mei ’36 geboren in de Delfgauwstraat en was nog net
geen vier toen de oorlog uitbrak. Ons gezin, mijn moeder, mijn oudere broer
en ik, week in ’41 – zoals hierboven vermeld - uit naar Barneveld waar we
liefdevol zijn opgevangen op de Dertienhoeve.
Mijn zusje is daar in ’43 geboren. Mijn vader,
die bij de Manufacturenhandel De Kroon werkte, bleef bij familie in
Rotterdam achter en kwam om de veertien dagen een weekend bij ons. Waarom
we voorjaar ’44 weer terug gingen naar Rotterdam is me nooit duidelijk
geworden. Feit is dat we terugkwamen en daardoor het laatste oorlogsjaar in
Rotterdam doorbrachten met alle zegeningen van dien.
|

Zwartjanstaat 134 in
2001
|
We kwamen terecht in de Zwartjanstraat 134b,
boven de chocolaterie van de familie Van Velzen, in het gedeelte vlakbij de
Bergweg.
Tegenover ons had je o.a. de kaaszaak van Van de Kamp, de bloemenzaak van Corbeau,
de woninginrichting van Van de Kuip en de
melk-en-eierenwinkel van Van Es (?).
Direct links van ons zat de speelgoedzaak van de heer Mens en even verderop
de banketbakkerij van Winkelman die de prachtige spreuk aan de etalageruit
had hangen: "Doe wat je wilt, de mensen kletsen toch!" Later was
hij bij ons in de buurt de eerste met een Solex.
|

Aat, mijn oudere broer, in 1939
|
Trams
Mijn broer en ik gingen naar de Gaspard de Colignyschool aan
de Nobelstraat in Blijdorp. Veel licht en lucht en ruimte.
Dat betekende wel vier keer per dag een stevige wandeling. Aanvankelijk
ging dat rimpelloos en als jonge dromer genoot ik onderweg van het kijken
naar alle trams die ik in Barneveld zo node had moeten missen; van lijn 11,
14 en 22, op het drukke kruispunt van de Bergweg met de Noord- en
Bergsingel, en van lijn 3 en 5 op de Schieweg en Bergselaan. Die reden in ’44 kennelijk nog.
|

Lijn 11
foto engelfrietsite
|
Op een keer toen ik via de Schieweg en de
Bergweg naar huis liep zag ik tijdens een luchtalarm tot mijn stomme
verbazing twee trams naast elkaar van de voormalige Heulbrug op de
Bergweg richting Hillegersberg rijden. Toen ik verder liep zag ik dat een
lange rij trams was opgesteld op de Bergsingel ter hoogte van het vroegere
politiebureau naast Café du Nord. Was het de gewoonte om in die
omstandigheden daar trams neer te zetten?
foto: Lijn 11 komend van remise Hillegersberg is op de hoek van de
Bergweg en de Bergsingel onderweg naar het beginpunt Lisplein.
|
V2
Op een Zondagmorgen – we lagen nog op bed -
hoorden we plotseling een angstaanjagend gierend geluid dat vrij lang
aanhield, gevolgd door een zwaar dreunende ontploffing. Pa zei het gelijk,
een V1. In de loop van de dag hoorden we dat er in Blijdorp een V1 was
neergestort maar wat dat echt betekende ervoer ik pas de volgende dag. Toen
ik naar school liep zag ik wat er gebeurd was. Op de Schieweg (!) hingen
matrassen in de bovenleiding en was er allerlei huisraad op straat
terechtgekomen. Het was een verschrikkelijk gezicht. Verderop in de Bergselaan kon je een beetje in de Treubstraat
kijken. De hoek met de Kerkdijkstraat was één grote puinhoop. Op school in
Blijdorp was dat natuurlijk het gesprek van de dag. Een van de meisjes uit
onze klas is toen, met vele anderen, omgekomen. Overigens betrof het hier
een V2.
Ook op een zondag, in september,
hoorden en zagen we vanuit het zolderraam veel Engelse vliegtuigen
overkomen. Market Garden was begonnen, weet ik nu.
|
Razzia en onderduik
In het najaar werden de
grote razzia’s gehouden. Op 11 november moesten alle mannen buiten gaan
staan om voor tewerkstelling in Duitsland te worden afgevoerd.
Enkele dagen tevoren was mijn vader
verdwenen. Op Zwartjanstraat nummer 14 tegenover
de Eerste Pijnackerstraat had je een winkel van De Kroon. Hij was daar met
drie andere mannen in de kelder ondergedoken.
Een van zijn lotgenoten was de zoon van Van
Velzen die beneden ons woonde - zie winkelzegel**) -, een andere de zoon
van de cafébaas op de hoek van de Eerste Pijnackerstraat en de Zwartjanstraat. De ingang van de winkel was toen
afgesloten met een rolluik. De vaste timmerman van De Kroon had er
‘werkzaamheden’ te verrichten en kwam dagelijks met zijn gereedschapskist
op de schouder om de onderduikers van eten en drinken te voorzien. Deze
moesten als het donker was achter de toonbanken langs naar achteren kruipen
om naar het toilet te kunnen.
|

Begin van de Zwartjanstraat
met links op nr 14
De winkel van De Kroon
Foto Rotterdammers
|
Mijn moeder had dus niemand voor de deur maar
werd in de loop van de morgen opgeschrikt door de komst van Cor van Dordrecht,
de boekhandelaar uit de Benthuizerstraat, een
goede kennis van mijn ouders, met het verzoek of hij voor de razzia bij ons
kon onderduiken.
Zij verstopte hem in een grote zolderkast. Intussen waren mijn broer en ik
naar buiten gestuurd om te spelen. Stel je de situatie voor, op straat
gewapende Duitsers bezig met de razzia, en wij buiten spelen! Alle partijen
vonden dat kennelijk normaal. *)
*) aant. 04.03.21: Ik begin nu zelf te twijfelen of we wel
op straat waren. Misschien waren we gewoon op school. Thuis waren we in elk
geval niet.
|

Berendina van
Bokhoven – Hoving
1907 – 1996
Foto van Ma uit 1960
|
Ma was toch niet gerust op de situatie
en sprak met de buurman. Deze waarschuwde haar met klem haar gast weg te
sturen, zo van ze schieten ons neer en steken het huis in brand.
Mijn moeder naar boven, Cor, wil je
alsjeblieft weggaan want iedereen loopt gevaar.
En zo is Van Dordrecht opgestapt,
naar beneden gegaan, de straat op, tussen de Duitsers door, die gedacht
moeten hebben dat hij daar met een speciaal bewijs van vrijstelling liep,
naar de Derde Pijnackerstraat en de Benthuizerstraat,
waar de Duitsers hun werk al gedaan hadden, en veilig thuis gekomen. Een
wonder dat ook bij ons de ziel moet hebben verlicht.
|

Mijn zusje Nel en ik in 1945
|
De oudere Duitser die ons huis inspecteerde heeft de zolderkast grondig
doorzocht. Op de vraag waar haar man was antwoordde mijn moeder dat die al
opgepakt was op de Schiedamseweg. Ma vroeg hem
niet in de tussenkamer te kijken waar mijn kleine zusje sliep. De schouders
ophalende en verzuchtende “Ach Dienst ist
Dienst”, deed hij dat ook niet zodat mijn moeder later vaststelde dat ze
wel tien onderduikers had kunnen herbergen.
|
Bruine bonen
De
voedselsituatie werd nijpend. Als bijvoeding kregen we op school een soort
limonade. Dat zat in flesjes, had een onbestemde geelgrijze
kleur en was niet door je keel te krijgen zo smerig. De flesjes stonden
klaar bij het raam, in de zon, waardoor de doppen er afvlogen en tegen het
plafond kletsten. Had je er toch nog plezier van.
Doordat er later niet meer gestookt kon worden *) werd onze school
ondergebracht in de katholieke lagere school bij de kerk aan de
Provenierssingel. Of ook die school dichtging of omdat mijn broer en ik
ziek waren weet ik niet meer, in elk geval gingen we in de hongerwinter
enige tijd niet naar school. In die periode kwam het hoofd van onze school
de heer Aug. Weiss – in een later leven
inspecteur van het onderwijs in Rotterdam – bij ons thuis om mijn broer en
mij bijlessen te geven.
Na een van die middagsessies vroeg
mijn moeder hem te blijven eten; een gewone vraag met een toen een
bijzondere lading. Hij ging gretig op de uitnodiging in. De maaltijd
bestond uit een restant bruine bonen, niet meer en niet minder. Voor ieder
was er een zuinig deel beschikbaar. Toen onze gast zag wat hij kreeg was
hij zichtbaar onder de indruk. Na enige aarzeling vroeg hij of hij zijn
portie mee naar huis mocht nemen om samen met zijn vrouw op te eten.
En zo vertrok ons hoofd der school met een emaillen schaaltje met bruine
bonen naar Blijdorp.
|

De Zwartjanstraat
in 1929. Haal de auto’s en de fietsen weg en je hebt 1944.
Wij woonden boven de tweede winkel rechts.
De fiets met de mand links langs de stoeprand zou wel eens van Van Es kunnen zijn.
|
Soms werd er aan de deur gebeld. Dat waren kinderen met een briefje waarop gevraagd werd
"ons kind iets te eten te geven". Het was hartverscheurend.
Gelukkig gingen ze niet altijd met lege handen verder.
De ongeveer twaalfjarige dochter
van eerdergenoemde timmerman kwam twee keer in de week bij ons "warm
eten" wat dat ook mocht inhouden.
Op een bepaald moment kon je op de
hoek van de Bergweg en de Noordsingel bij Jan F. Salters, de bakker, voor je zinken dubbeltje een zak
slagroom kopen maar het was echt niet meer dan lucht.
foto Engelfrietsite
|
Voorjaar 1945
Het zal
in de loop van april geweest zijn dat de stemming in de straat duidelijk
veranderde. ‘s Avonds in spertijd kwamen er mannen en oudere jongens te
voorschijn die bij ons voor de deur midden op straat gingen voetballen.
Precies op het gedeelte dat hierboven op de foto staat. Last van auto’s
hadden ze niet, in de hele straat was geen auto te bekennen. We probeerden
naar buiten te kijken maar Ma verhinderde dat. Het was echt spannend. Heel
wat keren hebben we toch iets gezien van dit uitdagende gedrag.
De
ondergrondse kranten kwamen nu meer beschikbaar. Ook gingen, zeker bij de
jeugd, vouwblaadjes van hand tot hand. Daarop stonden bv. vier varkens
getekend en als je dat blaadje opvouwde vormde zich het gezicht van Hitler.
Dat de tijden veranderd waren bleek wel dat zelfs ik – held op sokken - het
aandurfde om zo’n blaadje op de chauffeursstoel van een in de Zwartjanstraat geparkeerde Duitse militaire auto te
leggen. Dat zoiets onbezonnen was bleek wel toen ik hoorde dat er die dag
bij de Statentunnel een verkoper van Trouw door de Duitsers was
neergeschoten.
Dropping
Op zekere dag werd er gebeld en ik
trok met het touw langs de trapleuning de deur open. Mam, een meneer
beneden. Mam kijkt de trap af. Joh, dat is je vader! Ik had ‘m in zijn
blauwe BS uniform met zwarte helm niet herkend. Hoe dat precies zat met die
BS, en wanneer, weet ik echt niet meer. Hij was ergens in Hillegersberg
gelegerd. Ook weet ik dat hij iets van doen had bij de voedseldroppings -
vanuit het zolderraam kon je de vliegtuigen goed zien - die in de laatste
dagen plaatsvonden. Op een avond, toen wij kinderen al op bed lagen, kwam
hij thuis met een reep chocola. Daar werd je wel voor uit bed gehaald …
|

Klaas
van Bokhoven
1907 – 1981
Foto van Pa genomen in Katwijk aan Zee in 1974
|
Eerste dagen van mei ’45 - Bevrijding
In het schemergebied tussen
bezetting en bevrijding liep ik bij de Ambachtsschool op de Gordelweg. Uit
de richting Schieweg kwam een groep BS-ers op de
fiets terwijl van de andere kant een eenheid Duitse soldaten hen ook op de
fiets tegemoet reed. Beide partijen bewapend. Ik stond als aan de grond
genageld. Ondanks de grote spanning die naar mijn gevoel zich ook van
betrokkenen had meester gemaakt, overwon de wijsheid. De twee groepen
reden, elkaar nauwlettend aankijkend, voorbij.
Eten, elektriciteit, gas, fietsen
en zo veel andere zaken waren natuurlijk niet direct beschikbaar. Maar
iedereen had nog een vlag in huis. De straat was één rood-wit-blauwe zee.
Dat de fiets van Pa die om bekende redenen lange tijd op zolder had
doorgebracht op 7 mei alsnog gestolen werd kon de pret niet bederven. Heel
veel straten waren uitbundig versierd, met erebogen en slingers. De bogen
van het viaduct van de Hofpleintrein waren feestelijk beschilderd. Het leek
wel of de stad maandenlang in een roes leefde. Ik heb genoten van de grote
Canadese militaire parade die ik met mijn grootouders, die in de Joost van
Geelstraat woonden, op het Middellandplein bij het pompstation heb
meebeleefd.
Maar dat zijn weer heel andere
verhalen die strikt genomen niet meer behoren tot de herinneringen aan het
laatste oorlogsjaar in de Zwartjanstraat, van een
toen achtjarig jochie.
Tom
van Bokhoven
augustus 2005
|
*)
Inmiddels heb ik n.a.v. een fotoboek dat in het Schielandshuis te koop
lag begrepen dat onze school in de hongerwinter gebruikt is als gaarkeuken.
**) aant. 27.10.2009: de afbeelding
van dit zegel ontving ik vandaag van de kleinzoon van Steef van Velzen, die
in 1944 beneden ons woonde en de chocolaterie voerde. Ook de kleinzoon
heet, evenals zijn vader, de onderduiker, Steef. Hartelijk dank voor dit
mooie materiaal. tvb
|
Dit verhaal verscheen eerder
op de Engelfriet site. Op die site o.a. veel Oude Noorden. Twee
zwartwitfoto’s komen van die site, twee van de niet meer toegankelijke site
www.rotterdammers.nl
terug naar begin van deze pagina
www.tomsschaakboeken.nl
|